
"Wat na de zwemschool?" is één van de meest voorkomende vragen die je je als ouder stelt wanneer je kind aan zijn laatste maanden in de zwemschool bezig is. Om op deze vraag te beantwoorden werden onlangs enkele informatieavonden georganiseerd om hierover wat duidelijkheid te scheppen.
je kan de presentatie hier vinden.

Het doel van onze zwemschool is kinderen vertrouwd te maken met het water en het aanleren van de basis zwemslagen. Hiervoor is de zwemschool onderverdeeld in verschillende groepen met stijgende moeilijkheid. Concreet komt het erop neer dat, wanneer een kind de volledige zwemschool doorlopen heeft, hij/zij normaalgezien 200 meter kan zwemmen in zowel rugslag, schoolslag als crawl en dit alles met bijhorende keerpunten. Indien hij/zij daarna nog wil verder blijven zwemmen biedt SCZ zowel een competitiegroep als een recreatiegroep aan.
SCZ biedt elk lid van de zwemschool de mogelijkheid om 2 maal per week te komen trainen (behalve tijdens de schoolvakanties, dan starten wij telkens de laatste zaterdag van de vakantie).
De trainingen zijn niet verplicht. Zwemmen is echter een sport die je enkel leert door te oefenen. Zonder training zullen de resultaten dan ook uitblijven.
De zwemschool is opgedeeld in groep A, groep B en C groep. Elke groep zwemt zowel op dinsdag als zaterdag. Een kind wordt aan 1 groep toegewezen: dus zwemmen in groep A betekent zowel dinsdag als zaterdag zwemmen in groep A.
Vanaf de groene badmutsen worden de zwemmers opgedeeld in 2 zwemgroepen.
Zwemuren zwemschool ( oranje/wit/lichtblauw en rood)
Groep A: Groep B: Groep C:
dinsdag van 18 uur 30 tot 19 uur dinsdag van 19 uur tot 19 uur 30 dinsdag van 19 uur 30 tot 20 uur
zaterdag van 16 uur tot 16 uur 40 zaterdag van 16 uur 40 tot 17 uur 20 zaterdag van 17 uur 20 tot 18 uur
Zwemuren zwemschool ( groen, geel en donkerblauw).
Groep A: Groep B:
dinsdag van 18 uur 30 tot 19 uur 15 dinsdag van 19 uur 15 tot 20 uur
Zaterdag van 16 uur tot 17 uur zaterdag van 17 uur tot 18 uur
In het belang van het kind en net als in het reguliere onderwijs streven we naar homogene leeftijden binnen de groepen van de zwemschool.
We verwachten van de kinderen dat ze tijdens de les de juiste SCZ badmuts dragen. Dit is voor de lesgevers en opzichters de makkelijkste manier om na te gaan tot welke groep een kind behoort. Lees verder en bekijk het filmpje.
- Geen angst in het water
- Hoofd onder water, zonder zwembril
- Aquatisch ademen: uitblazen onder water, inademen boven water
- Voorwerpen oprapen, vingers tellen of kleuren aanduiden = ogen open onder water
- Drijven zonder de benen te gebruiken. Nadruk op de horizontale ligging van het lichaam en het uitblazen onder water:
- Op de rug en buik in stervorm: armen en benen gespreid,
- Op de buik en rug in pijlvorm: armen en benen gestrekt in
- Afduwen in pijl: hoofd tussen de armen
- Springen van de kant in het water zonder hulp (klein bad, eventueel ook in het groot bad)
Bij deze groep kunnen de brevetten zeepaardje & pinguïn gehaald worden
Naam | Foto |
---|---|
Hélène (Redder) | |
Thoma | |
Crawl
- Het lichaam ligt in buiklig horizontaal in het water (van hoofd tot voeten)
- De benen bewegen gestrekt op en neer (asymmetrisch)
- Beenbeweging in pijl zonder hulpmiddel:
- Aanleren met plank of andere drijfmiddelen
- Kind handmatig ondersteunen indien nodig
- Aanleren in pijlvorm zonder hulp(middel)
- Voetpositie: de voeten dienen in het verlengde van het lichaam te liggen
- Hoofdpositie: hoofd ligt in neutrale positie in het water
- Ademhaling: uitademen onder water
- In water duiken – 3 m benen crawl – op rug draaien (breedte-as) – op rug naar kant
- Kennismaking Superman: 1 arm gestrekt vooraan, de andere arm naast het lichaam
- Met hulpmiddel zonder ademhaling
- Zonder hulpmiddel zonder ademhaling
Rugslag
- Het lichaam ligt in ruglig horizontaal in het water (van hoofd tot voeten)
- Beenbeweging in pijl zonder hulpmiddel:
- Aanleren met plank of andere drijfmiddelen
- Kind handmatig ondersteunen indien nodig. De voorkeur gaat uit naar manuele ondersteuning, wat zeker van toepassing is in het kleine bad en indien nodig ook in het groot
- Niet fietsen: bij een goede beenslag komen de knieën van de zwemmer niet boven het wateroppervlak. De vormspanning van het lichaam blijft steeds een belangrijk aspect.
- Voetpositie: de voeten dienen in het verlengde van het lichaam te liggen. Kapstokvoeten zijn niet correct.
- Hoofdpositie: hoofd ligt in neutrale positie, ogen naar plafond gericht
Overige
- Springen in het diepe gedeelte van het groot bad
- Duiken: van op de kant op één knie
- Afstoten tegen de muur in pijlvorm zowel op buik- als ruglig
- Aquatisch ademen
Bij deze groep kunnen de brevetten zeehond en waterschildpad gehaald worden.
Naam | Foto |
---|---|
Céline | |
Björn | |
Crawl
- Superman met ademhaling: 1 arm gestrekt vooraan, andere arm naast het
- Vormspanning: het lichaam ligt gestrekt aan het wateroppervlak
- Beenbeweging: de voeten/benen bewegen gestrekt op en neer (asymmetrisch)
- Voetpositie: bij een correcte beenslag dienen de voeten in het verlengde van het lichaam te
- Correcte hoofdpositie bij het ademen: zijwaarts zonder het hoofd op te tillen
- hoofd blijft aan het wateroppervlak (1 oor blijft in het water)
- Correcte hoofdpositie zonder ademhaling: hoofd in neutrale positie in het water, naar beneden kijken en stil bij het gewone
- Kort en krachtig inademen (niet lang en traag). Bij het uitademen wordt er uitgeblazen in het water.
- Grove armbeweging zonder ademhaling:
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting
Rugslag
- Het lichaam ligt in ruglig horizontaal in het water (van hoofd tot voeten)
- Armbeweging: grove en continue beweging
- Insteken met de armen naast het hoofd en er terug uitkomen aan het zitvlak/bekken.
- Beenbeweging: continue beweging, ook tijdens armbeweging.
- Voetpositie: bij een correcte beenslag dienen de voeten in het verlengde van het lichaam te liggen
Overige
- Duiken vanop de rand van het zwembad. Rechtstaand, 1 voet vooraan, andere voet achteraan. Armen in pijl.
Bij deze groep kunnen de brevetten dolfijn en otter gehaald worden.
Crawl
- Het lichaam ligt in buiklig horizontaal in het water (van hoofd tot voeten)
- De voeten/benen bewegen gestrekt op en neer (asymmetrisch)
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting en steken met een lange arm in
- Het insteken van de hand gebeurt met de vingertoppen eerst
- De armen maken een lange bewegingsbaan op de schouderlijn onder water
- Ver uithalen, ter hoogte van het bekken/zitvlak
- Correcte hoofdpositie bij het ademen: opzij ademhalen, hoofd niet heffen tijdens ademen en ligt aan het wateroppervlak (onderste brilglas blijft in het water)
- Correcte hoofdpositie zonder ademhaling: hoofd in neutrale positie in het water, naar beneden kijken en stil tijdens het zwemmen
- Kort en krachtig ademen (niet lang en traag). Bij de ademhalen wordt er uitgeblazen in het water
- Een afstand van 12,5 meter (een halve lengte) van het groot bad moet zonder problemen en op een correcte manier gezwommen worden (superman)
Rugslag
- Het lichaam ligt in ruglig horizontaal in het water (van hoofd tot voeten)
- De benen/voeten bewegen gestrekt op en neer (asymmetrisch)
- Armbeweging: de duim komt eerst uit het water, de pink gaat eerst in het water. De arm wordt gestrekt naast het oor in het water
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting
- De armen maken een lange bewegingsbaan zijwaarts onder water en worden boven het lichaam teruggevoerd
- Hoofdpositie: hoofd ligt in neutrale positie, ogen gericht naar het plafond
- Een afstand van 25 meter (één lengte) van het groot bad moet zonder te stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Schoolslag
- Beenbeweging: de benen worden geplooid, gespreid en daarna met gehoekte voeten gesloten
- knieën gaan niet naar buiten of onder de buik,
- Het sluiten van de benen gebeurt krachtig en de benen eindigen gestrekt
- Kinderen die vanuit de privé/school/... komen met een bepaalde schoolslag beenbeweging (bijvoorbeeld met knieën naar buiten) niet per se eruit trachten te halen. Indien ze goed sluiten en er mee vooruit geraken is dat genoeg om over te geraken naar de volgende groep
- Kapstokvoeten: de voeten staan haaks in verhouding met het lichaam. Een juiste voetpositie bij een beenbeweging schoolslag is zeer belangrijk. Dit is een belangrijk puntje bij de evaluatie! Zonder een correcte beenweging kan de zwemmer moeilijk overgaan naar de volgende groep
Overige
- Duiken vanop de rand van het zwembad in een rechtstaande positie
- Afstoot op de rug: iedere zwemmer start met een afstoot aan de startblok op de rug in het water
- Armen in pijl
Bij deze groep kunnen de brevetten haai en afstandszwemmen 25m gehaald worden.
Naam | Foto |
---|---|
Louis (Redder) | |
Laurenz (Redder) |
Crawl
- Het lichaam ligt horizontaal aan het wateroppervlak met het hoofd in neutrale positie
- Het lichaam roteert rond de lengteas (het lichaam ligt nooit plat op de buik)
- De benen bewegen volgens het 6-takt model
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting zonder afslag
- Het insteken van de hand gebeurt met de vingertoppen eerst, handpalm schuin achterwaarts gericht
- De armen maken een lange bewegingsbaan op de schouderlijn onder water
- De hand komt pas voorbij de heup uit het water
- Correcte hoofdpositie zonder ademhaling: hoofd in neutrale positie in het water, naar beneden kijken en stil tijdens het zwemmen
- Correcte hoofdpositie bij het ademen: opzij ademhalen, hoofd niet opheffen tijdens ademen en ligt aan het wateroppervlak (onderste brilglas blijft in het water)
- Een afstand van 50 meter (twee lengtes) van het groot bad moet zonder stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Rugslag
- Het lichaam ligt in ruglig horizontaal in het water met neutrale hoofdpositie
- Er is een rotatie ronde de lengte-as (rollen met de schouders)
- De benen bewegen volgens het 6-takt model
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting zonder afslag
- De armen bewegen in elkaars verlengde in tegenovergestelde richting
- Armbeweging: de duim komt eerst uit het water, de pink gaat eerst in het water. De arm wordt gestrekt naast het oor in het water gestoken
- Een afstand van 50 meter (twee lengtes) van het groot bad moet zonder te stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Schoolslag
- Tijdens het glijden liggen lichaam en hoofd horizontaal aan het wateroppervlak met een neutrale hoofdpositie
- Beenbeweging: de benen worden geplooid, gespreid en daarna met gehoekte voeten, tenen buitenwaarts gericht, gesloten
- Kapstokvoeten!
- knieën gaan niet naar buiten of onder de buik
- Het sluiten van de benen gebeurt krachtig en de benen eindigen gestrekt
- Armbeweging: armen worden gestrekt gespreid tot net voorbij schouderbreedte en worden dan zo snel mogelijk in een stuwende positie gebracht. Vervolgens worden de onderarmen voor de borst samengebracht en versneld aan het wateroppervlak
- Het inademen gebeurt tijdens het samenbrengen van de armen, het uitademen onder water
- Coördinatie armen-benen: tijdens de terugvoerbeweging (contra) van de armen start de beenbeweging
- Pijlfase!
- Een afstand van 25 meter (één lengte) van het groot bad moet zonder te stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Overige
- Startduik van op de startblok:
- 1 voet vooraan, andere voet achteraan
- Voeten staan op heupbreedte
- Voorste been wordt lichtjes geplooid, de kniehoek in het achterste been bedraagt 90°
- Beide handen grijpen het startblok vast, de armen zijn licht geplooid
- Start op rug aan startblok:
- Armen in pijl
- 1 arm start de beweging
Bij deze groep kunnen de brevetten orka en afstandszwemmen 50 m gehaald worden.
Naam | Foto |
---|---|
Brent | |
Jeroen (redder) | |
Crawl
- Het lichaam ligt horizontaal aan het wateroppervlak met het hoofd in neutrale positie
- Het lichaam roteert rond de lengteas (het lichaam ligt nooit plat op de buik)
- De benen bewegen volgens het 6-takt model
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting zonder afslag
- Het insteken van de hand gebeurt met de vingertoppen eerst, handpalm schuin achterwaarts gericht
- Het insteken gebeurt op ¾ van de totale armlengte en op de schouderlijn. Nadien wordt de arm volledig gestrekt onder water en vervolgens zo snel mogelijk in een stuwende positie gebracht
- De armen maken een lange bewegingsbaan op de schouderlijn onder water
- De hand komt pas voorbij de heup uit het water
- Correcte hoofdpositie zonder ademhaling: hoofd in neutrale positie in het water, naar beneden kijken en stil tijdens het zwemmen
- Correcte hoofdpositie bij het ademen: opzij ademhalen, hoofd niet opheffen tijdens ademen en ligt aan het wateroppervlak (onderste brilglas blijft in het water)
- Het inademen gebeurt aan beide zijde (bij voorkeur elke derde slag) en zuiver rond de lengte-as
- Een afstand van 100 meter (4 lengtes) van het groot bad moet zonder stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Rugslag
- Het lichaam ligt in ruglig horizontaal in het water met neutrale hoofdpositie
- Er is een rotatie ronde de lengte-as (rollen met de schouders)
- De benen bewegen volgens het 6-takt model
- De armen bewegen in tegenovergestelde richting zonder afslag
- De armen bewegen in elkaars verlengde in tegenovergestelde richting
- Armbeweging: de duim komt eerst uit het water, de pink gaat eerst in het water. De arm wordt gestrekt naast het oor in het water gestoken
- Een afstand van 100 meter (4 lengtes) van het groot bad moet zonder te stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Schoolslag
- Tijdens het glijden liggen lichaam en hoofd horizontaal aan het wateroppervlak met een neutrale hoofdpositie
- Beenbeweging: de benen worden geplooid, gespreid en daarna met gehoekte voeten, tenen buitenwaarts gericht, gesloten
- Kapstokvoeten!
- knieën gaan niet naar buiten of onder de buik: minimale heupbuiging
- Het sluiten van de benen gebeurt krachtig en de benen eindigen gestrekt
- Armbeweging: armen worden gestrekt gespreid tot net voorbij schouderbreedte en worden dan zo snel mogelijk in een stuwende positie gebracht. Vervolgens worden de onderarmen voor de borst samengebracht en versneld aan het wateroppervlak
- Het inademen gebeurt tijdens het samenbrengen van de armen, het uitademen onder water
- Coördinatie armen-benen: tijdens de terugvoerbeweging (contra) van de armen start de beenbeweging
- Pijlfase!
- Een afstand van 100 meter (4 lengte) van het groot bad moet zonder te stoppen en op een correcte manier gezwommen worden
Overige
- Startduik van op de startblok:
- 1 voet vooraan, andere voet achteraan
- Voeten staan op heupbreedte
- Voorste been wordt lichtjes geplooid, de kniehoek in het achterste been bedraagt 90°
- Beide handen grijpen het startblok vast, de armen zijn licht geplooid
- Hoofd is ontspannen naar beneden gericht
- De afzet is horizontaal en tijdens de sprong en de zweeffase worden de armen voorwaarts gericht en vervolgens in pijl gebracht
- Er wordt gestroomlijnd ingedoken
- Afstoot op de rug:
- Beide handen aan startblok
- Bij afstoot aan de muur: klem het hoofd tussen de armen voor het induiken
- Er wordt gestroomlijnd ingedoken
- 1 arm start de beweging
Bij deze groep kunnen de brevetten afstandszwemmen 100m gehaald worden en het brevet watervaardig 100m - basis.
Naam | Foto |
---|---|
Michel (Redder) |